V Fokke Pieters Hoeksma

 

Fokke werd geboren te Drogeham op 3 april 1763, overleden aldaar op 5 april 1838, landbouwer en veearts, zoon van  IV.

Hij trouwde te Drogeham op 21 mei 1797 met Loltje Johannes Kasje, geboren te Surhuisterveen op 6 februari 1773, dochter van Johannes Jans Kasje, Meester timmerman en kastenmaker en Loltje Tjerks, overleden te Drogeham op 23 februari 1840. De moeder van Loltje overleed 6 dagen na haar geboorte op 12 februari 1773, ze kreeg waarschijnlijk daarom de naam van haar moeder, Loltje.

Fokke was in 1806 boer op stem 25. Ten zuiden van Tillewei 17. 

 

1797: De inschrijving van het huwelijk:    

          Bron van deze screenshots: allefriezen.nl


Uit dit huwelijk:

1 Teetske Fokkes Hoeksma, geboren te Drogeham op 5 augustus 1798, gedoopt aldaar op 16 september 1798, overleden voor 1799 te Drogeham.

2 Teetske Fokkes Hoeksma, geboren te Drogeham op 26 november 1799, overleden op 16 oktober 1861 te Kooten.

Zij trouwde te Achtkarspelen op 9 februari 1821 met Hylke Sakes Rijpma, geboren te Oostermeer op 15 september 1792, overleden te Kooten op 6 augustus 1833, landbouwer, zoon van Sake Jans Rijpma en Antje Hylkes Henstra.

3 Johannes Fokkes Hoeksma, geboren te Drogeham op 2 mei 1802. Overleden op 23 oktober 1837 te Leeuwarden, in de gevangenis. Zie verhaal verderop.

4 Pieter Fokkes Hoeksma, geboren te Drogeham op 19 februari 1804. Overleden op 2 april 1866 te Eestrum.

5 Wybren Fokkes Hoeksma, geboren te Drogeham op 28 oktober 1806, gedoopt aldaar op 30 november 1806, overleden voor 1809 te Drogeham.

6 Wybren Fokkes Hoeksma, geboren te Drogeham op 16 oktober 1809. Overleden op 14 november 1885 te Drogeham

7 Anne Fokkes Hoeksma, geboren te Drogeham op 26 oktober 1812, overleden op 15 oktober 1883 te Augustinusga, ongehuwd.

 

1810: Fokke staat borg voor Geert Wijma:

 

In 1811 neemt Fokke, net als zijn broers de achternaam Hoeksma aan.

Hij was boer, landbouwer en dierenarts. Als nevenfunctie was hij lid van de raad van de Grietenij Achtkarspelen, een soort raadslid dus.

Even tussendoor iets over de grietmannen in Achtkarspelen:

De "acht kerspelen" (Achtkarspelen) zijn waarschijnlijk door de geloofsverkondiger Ludger gesticht en kwamen daardoor, toen deze later bisschop van Munster werd, gezamenlijk aan dit bisdom, terwijl het overige Friesland onder het geestelijk gezag van den bisschop van Utrecht stond. Dit is waarschijnlijk de oorsprong van de bestuurlijke eenheid Achtkarspelen.

Het woord 'grietenij' betekent 'bestuursgebied van een grietman'. Een grietman (letterlijk: hij die groet) is deels een voorloper van de huidige plattelandsburgemeester in de provincie Friesland, en deels de voorloper van een rechter, enigszins te vergelijken met de huidige kantonrechter. De grietmannen werden bij toerbeurt gekozen of aangewezen, door samenwerking van de stadhouder en de Gedeputeerde Staten. De belangrijkste bestuurder van de grietenij was de grietman.

Het ambt van grietman is in veel grietenijen lang aan dezelfde voorname of rijke families verbonden geweest. In sommige gevallen zelfs eeuwenlang en bekende namen die ook in 'onze grietenij' voorkwamen waren bijvoorbeeld Van Scheltinga, Haersma en De Schepper. In de loop der eeuwen kreeg een steeds kleinere groep families steeds meer macht. Belangrijke ambten werden onder deze groep verdeeld en door huwelijken werd hun onderlinge band verstevigd. Het grietmanschap is zo, bijvoorbeeld in combinatie met een zetel in de Staten der Generaal of lid van de Raad van State, wel bij toerbeurt door enkele families verricht. Het spreekt voor zich dat in deze situatie machtsmisbruik en eigengewin alle kans kreeg. Het onderliggende democratische uitgangspunt van de grietenij werd daarmee in de loop der tijd steeds meer ondergraven.

 Bij de gemeentewet van Thorbecke in 1851 werd de benaming 'grietenij' vervangen door 'gemeente' en 'grietman' door 'burgemeester', zodat in heel Nederland dezelfde naamgeving werd gebruikt.

Veel van de grietmannen van Achtkarspelen zijn direct met Buitenpost verbonden, bijvoorbeeld omdat ze hier hun woonplaats hadden. De states die ze bewoonden zijn alle verdwenen. Haersmastate aan de oostkant van Buitenpost was de laatste, en werd in 1911 gesloopt. Een klein overzicht van namen van grietmannen van de grietenij Achtkarspelen tot de 19e eeuw:

1315: (vermoedelijk) Ubratis Witsma.

1395: Pape Mennen (Minnema?) en Bouwe Bouwama komen voor în een „Seentbreeff des landes van Achtkerspell" van „Sunte ffranciscus dach confessoer" (4 oktober) van dat jaar. De Achtkarspelen behoorden destijds kerkelijk onder het Bisdom van Munster en naar het schijnt ook wereldlijk.

1490, 31 januari: Harcke Ynnema (Iwema?)

1500: Schelte van Scheltinga was in dit jaar grietman van deze grietenij en tevens van Dantumadeel en Kollumerland, maar in een oorkonde van 7 mei 1503 wordt hij alléén grietman genoemd van Achtkarspelen en Dantumadeel

1506 in Maart: Botte van Herbranda of Branda, ook in februari 1507. 

1508: Lieuwe van Lieuwema, vrij zeker dezelfde als Lieuwe van Juckema, van wie de moeder Jelck Jongema, anders Lieuwema, heette van wie hij de naam kan hebben aangenomen. In 1511 woonde hij of bezat hij althans eigendommen te Augustinusga.

1515: Botte van Herbranda; vermoedelijk zoon van Botte bovengenoemd, en dan vrij zeker gehuwd met Olsck of Elscli Luersma, zuster van de vrouw van Jancko Douivama.

1517, Syth Allema; nog grietman in 1524.

1526: Sythie Boelis; vrij zeker tot in 1549.

1549: Lieuwe van Jelgersma, zoon van Hette en Tjets van Tjepnia, woonde te Augustinusga, huwde Rints Jensma 

1580: Hayo van Herbranda, vermoedelijk zoon van Botte en Olsck Luersma, bovengenoemd; 

1592: Feico van Herbranda, vermoedelijk broer van Haio 

1618: Tjerk van Boelens, waarschijnlijk de zoon van Lyuwe, die in 1609 en 1616 leefde en Antje Jobsdr. en vrij zeker nakomeling van Sythie Boelis hiervoor gemeld. 

1637: Pieter van Boelens, stierf in 1639

1639: opnieuw aangesteld: Tjerk van Boelens; stierf in 1651 en zijn vrouw in 1655; beiden bijgezet in de kerk te Buitenpost.

1648: Livius van Boelens, waarschijnlijk zoon van de vorige.

1653: Livius van Scheltinga.

1670: Tarquinius van Boelens, geboren in 1632, zoon van Gatze en Anna Nederhof

1673: Petrus van Mejontsma, geb. in 1630, zoon van Geert Pietersz. te Leeuwarden, die een broer was van de bovenvermelde Maeyeke, vrouw van Tjerck van Boelens, van wie hij later de goederen erfde en familienaam aannam. Hij stichtte vrij zeker de state Mejontsma, ten oosten van Buitenpost, tenminste woonde hij er met zijn vrouw Titia Anchisesdr. van Andla (geb. 1638), die in 1673 overleed en hij in 1677. Beiden zijn bijgezet in de kerk te Buitenpost.

1677: Isaac de Schepper, zoon van Sybrand en Feickje Jochumsdr.; huwde: a. Hilck van Haersma, gestorven 11 september 1669 en b. Sibbel, dochter van zijn voorganger (geboren 1657, overleden 4 februari 1686). Hij woonde op de state Schepper, vroeger Boelens,
later Haersmastate genoemd en overleed in 1688.

1688-1712, Eelco van Haersma (1667-1712)

1712-1740, Arend van Haersma ( - 1740)

1740-1763, Aulus van Haersma ( - 1763)

1764-1795, Daniel de Blocq van Haersma (1732-1814)

1795-1816, geen grietman in verband met de Franse tijd

1816-1839, Sybrand van Haersma (1766-1839), met hem verhuisde de gemeentezetel van Augustinusga naar Buitenpost in 1827. In deze periode was Fokke lid van de grietenij.

1839, jhr. Daniel de Blocq van Haersma de With, op 10 augustus 1857 overleed hij. Ondertussen was het ambt van grietman in 1851 veranderd in die van burgemeester, met de komst van de Gemeentewet van Thorbecke. Hij was dus ook de laatste grietman van Achtkarspelen.

 

In 1812 huurt Fokke zo te zien een pand van Otto Schuiling.

 

 

In 1812 wordt de jongste zoon Anne geboren. Hier zijn geboorteakte. Ondertekend door Fokke.

                                      Bron: allefriezen.nl

1814:

Broer Nanne verkoopt twee/derde van de boerderij aan zijn broers Fokke en Jacob.

Het is mij niet duidelijk waarom Nanne dit in bezit had en het in drieën verdeeld.


In 1814 verkopen Fokke en Jacob een stuk land aan Jetze Sekema.


1821: dochter Teetske trouwt met Hylke Rijpma.


1826: Fokke staat borg voor zijn schoonzoon Hylke.


1827: zoon Pieter trouwt met Maaike Rijpma, een zus van Hylke.

 

1827: zoon Johannes trouwt met Grietje van der Merk.

Ze hadden al drie kinderen toen ze trouwden.

 

1832: de gearceerde boerderij, in de cirkel, is de plek waar Fokke woonde.

                   Bron: hisgis.nl

Bij de pijl woonde Sake Jans Rijpma. De vader van de schoonzoon- en dochter van Fokke. 

Ze waren dus buren.

 

1834: waarschijnlijk leende Fokke geld van Hantje Nicolai, zijn schoonzus. Broer Jacob (de man van Hantje) was toen al overleden.


1835: zoon Wybren trouwt met Sjoukje Zandstra.


1836: Fokke heeft vee verkocht:



1836: zo te zien leent Fokke opnieuw geld:


 1836.

Over zoon Johannes gaat onderstaand krantenartikel. Hij verliet zijn vrouw en zes kinderen en ging op ‘t Bildt aan het werk. Hij had onenigheid met zijn vader over de opvoeding van zijn kinderen en liet daarom zijn vader ervoor opdraaien. In 1836 moest hij voor vijf jaar de gevangenis in wegens ‘diefstal van twee schapen uit de weide’. Hij stierf op 35 jarige leeftijd in de gevangenis te Leeuwarden.


 



Een triest verhaal en nu wordt ook duidelijk waarom Fokke geld moest lenen en de boerderij al op naam van zijn broer Jacob stond.

 

1838: Fokke verkoopt een stuk land aan zoon Anne. Anne bleef ongehuwd.

 

1838: Fokke overleden op 75 jarige leeftijd. 


 1838: overlijdensakte van Fokke:

                                 Bron: allefriezen.nl

 

Hierna het verhaal van VI Pieter Fokkes Hoeksma.

 

 

 

 

 











Reacties

Populaire posts van deze blog

Wie ben ik